Het is even zoeken. Een schitterende woning verrijst, maar niets wijst erop dat aan de Broekstraat 7 in Spoordonk een bedrijf huist. Twijfelend fiets ik het erf op. Ik verwacht bedrijfswagens met logo’s ter bevestiging, maar ik zie niets dan alleen verdwaalde haan. Eenmaal binnen blijkt al snel dat ik goed zit. Want boven de sfeervolle vide priemen ineens twee hoofden: die van Ari van den Oord en zijn zoon Joep. Vader en zoon runnen samen AMK Oirschot, een asbestinventarisatiebedrijf. Een drukke en dynamische business blijkt al snel. Tijd voor een nadere kennismaking. En die komt er. Want als Ari begint te praten, dan ga er maar voor zitten.
Door: Toon Capel
Ari valt meteen met de deur in huis. “Zou je niet zeggen dat hier een bedrijf zit, hè? We maken bewust geen reclame op onze bedrijfswagens, hebben ook geen bedrijfskleding. Het schrikt mensen namelijk best wel af. Asbest heeft, onterecht in de meeste gevallen, een besmet blazoen.De asbestregelgeving in Nederland is redelijk doorgeslagen. Het beeld van witte maanmannetjes en alles wat erbij hoort ziet men liever niet. Daar passen we ons natuurlijk op aan.”
Overigens zijn witte maanmannetjes sowieso niet aan de orde bij dit bedrijf. Ari licht toe: “Wij zijn een asbestinventarisatiebedrijf. Dit betekent dat we alleen inventariseren. Verwijderen mogen we simpelweg niet omdat de wet inventariseren en verwijderen strikt gescheiden houdt. Een gevalletje ‘de slager mag niet zijn eigen vlees keuren’, zeg maar.”
Van 6.000 vleesvarkens naar speksteenkachel
Terug naar zijn woning. De woning vertelt namelijk meteen een groot gedeelte van zijn verhaal. En beantwoordt ook mijn vraag wat de link is tussen Ari, een asbestinventarisatiebedrijf en zijn lidmaatschap bij APO. “Voorheen had ik een varkenshouderij op deze locatie. Maar niet alleen hier. Ook op het Zeeuwse eiland Tholen had ik een flink bedrijf. Een prachtig vak, varkens houden. Ik kan er nog steeds enthousiast over praten. Maar de Wet herstructurering varkenshouderijuit 1997 dwong me keuzes te maken. In Spoordonk had ik meer ruimte nodig om aan de huisvestingseisen te kunnen voldoen. Alleen was er die ruimte simpelweg niet. En op Tholen had ik ondertussen een vergunning gekregen om uit te breiden naar 6.000 vleesvarkens. De eerste fase met 3.000 vleesvarkens had ik gerealiseerd. Maar ook daar kon ik door de nieuwe regels mijn vergunde ruimte niet volledig benutten. Samen met mijn vrouw ben ik gaan plussen en minnen. Conclusie: we gaan eens kijken wat we nog meer kunnen!” Ari vertelt verder: “Ik verkocht mijn bedrijf op Tholen. En in Spoordonk heb ik mijn bedrijf leeg gezet. Ik kon met de Ruimte voor Ruimte-regeling meedoen. In ruil voor het saneren van mijn bedrijf mocht ik deze woning terugbouwen. In eigen beheer gezet, deels naar eigen ontwerp. Mijn trots? De speksteenkachel in het midden van de woning. Een schitterende uitvinding!” Dat steekt hij niet onder stoelen of banken, want alleen daarover kan Ari al een kwartier vol passie en doorspekt van kennis vertellen.
Asbest is ‘hot’
Maar dan, de stap van varkens naar asbest. Ari legt uit: “Toen de stallen in Spoordonk leeg stonden ben ik van alles gaan proberen, als ZZP-er. Ik deed ook allerlei cursussen, zoals VCA. Via een cursus kwam ik ook in aanraking met de wereld van asbest. Ik merkte dat asbest ‘hot’ was. En van het een kwam het ander, zoals dat gaat met ondernemen. Er geldt sinds ’93 een verbod op het toepassen van asbest. De sector sloeg daarin enorm door, door in de beginjaren vooral angst te zaaien. Onterecht!” En dan begint Ari met getallen te strooien: “Er zijn 6 soorten asbest en 3.500 verschillende vormen van asbesttoepassingen. Slechts één daarvan zien we in 80% van de gevallen: de asbestgolfplaten. De meest voorkomende vorm is ook meteen de minst gevaarlijke. Desondanks zegt de overheid in Nederland: asbest is asbest. Ik wil het niet bagatelliseren, maar in Amerika passen ze de minst slechte variant gewoon nog toe, omdat de risico’s te verwaarlozen zijn. Eenmaal toegepast zitten er gemiddeld zo’n 40 asbestvezels per m3 lucht in de atmosfeer. Die adem je gewoon dagelijks in. Pas bij meer dan 2.000 vezels per m3lucht is er sprake van een verhoogd risico!”.
Over boeven en kansen
Ari vertelt ook dat er in de beginjaren veel boeven in het vak waren. “Dat zag ik als mijn kans. Ik heb me geprofileerd als een betrouwbaar bedrijf, gebruikmakend van een grote dosis GBV (gezond boerenverstand). Gewoon doen, gewoon zijn. Mijn grote geluk was dat ik als ZZP-er veel ingehuurd werd door grote bedrijven en dus met hen mee heb kunnen draaien. Eerst parttime, daarna in een samenwerking naar uiteindelijk volledig zelfstandig met een eigen certificaat.”, aldus een trotse Ari.
Wereldreiziger
Sinds 2014 is ook zoon Joep actief in het bedrijf. Joep draagt zijn pasgeboren kind gauw over aan oma en schuift ook aan. Ook hij is besmet het gezonde virus van bespraaktheid en vertelt ronduit: “Ik werkte bij een bedrijf wat evenementen opbouwt over de hele wereld. Het WK-voetbal in Rio, Winterspelen in Sotsji; overal ben ik geweest. Totdat het minder druk werd en mijn zoveelste jaarcontract niet meer verlengd kon worden. En ik dus thuis kwam te zitten. Uit belangstelling ben ik gewoon eens meegegaan met ons pa. Ons pa gaf me de ruimte om mee te kijken en te leren. En dat werd al snel een jaar, want ik vond het onverwacht prachtig. Een jaar waarin ik meteen de praktijk leerde. Daarna ben ik pas aan mijn studies begonnen voor dit vak. De ideale volgorde, want ik kon de praktijk en de theorie meteen combineren.”
Barbecue
De verwoestende hagelstorm van 23 juni 2016 in Luyksgestel deed de bom barsten. Ari: “Ik weet het nog goed. Ik was op een barbecue in Erp. De storm was nog aan de gang maar de eerste klant hing al aan de lijn. Want voordat je mag slopen en asbest mag verwijderen moet je eerst alles laten inventariseren. Dat leverde voor ons een explosie aan werk op. Tot op de dag van vandaag zijn we daar nog mee bezig. De laatste heeft zich onlangs pas gemeld!”
‘Aan de praat’
Sindsdien zijn Ari en Joep dagelijks samen op pad. En dat loopt gesmeerd. Joep bemonstert en inventariseert en Ari schrijft en houdt ondertussen de klanten ‘aan de praat’. Joep zijn kennis van het LAVS (landelijke asbest volgsysteem) is daarnaast goud waard. Joep licht toe: “Dat is een door de overheid verplicht systeem, waarin we alles in moeten voeren. Maar zoals wel vaker bij de overheid, het is een ontzettend lastig systeem. Ik kan er overigens heel goed mee overweg.” “Gelukkig wel”, zegt Ari. “Als ik dat zelf had moeten doen, dan had ik er al eerder mee moeten stoppen. Nu vragen andere bedrijven Joep zelfs om hulp. Een mooie bevestiging dat we goed op weg zijn!”
Braaf geweest
Maar voor hoe lang nog? Ook daar weet Ari wel een antwoord op: “De wettelijke plicht om uiterlijk in 2024 asbest te verwijderen geldt alleen voor ‘buitenasbest’. Grote oppervlakten asbest in de vorm van platen zullen de komende jaren snel verdwijnen. Maar de wet is eigenlijk nog niet door de Eerste Kamer. Ik moet het dus allemaal nog maar zien. Daarna verschuift het accent gewoon naar ‘binnen’. Asbest zit op de gekste plaatsen; in dakbeschotten, schoorstenen, kruipruimten, spouwmuurstroken. De tijd dat er geen asbest meer te vinden is maken wij niet meer mee.” Hij vervolgt: “En ik al helemaal niet. Ik ben 63, heb altijd hard gewerkt, heb altijd netjes opgepast en ben altijd braaf geweest. Joep kan nu vooruit en kan altijd op me rekenen, maar ik ga lekker afbouwen. Ben toevallig vorige week begonnen met ‘niet meer op vrijdag werken’. We kijken nu op welke manier we het voort gaan zetten. Blijft Joep zelfstandig of moeten we toch een partner zoeken, of personeel aannemen? Spannende keuzes voor de komende tijd!”
Trots op APO!
Blijft Ari dan wel lid van het APO? Hij antwoordt resoluut: “Jazeker! Ik voel me nog steeds enorm betrokken bij mijn oud-vakgenoten. Het boerenleven gaat me aan het hart. Ruim de helft van onze klanten komt uit de agrarische sector, voel me dus ook een agrarisch verwant bedrijf. Ik ben ook echt trots op de sector, ben ook niet voor niets lid gebleven van de boerenbond. Maar ik vind het ook prachtig om te zien hoe het APO meerwaarde biedt, al was het alleen maar door het bieden van een netwerk. Het is voor mij een ontzettend belangrijke club om mijn kennis op peil te houden en ervaringen te delen.”
Dan tot slot nog een foto. Ook daar wordt van alles voor uit de kast getrokken. We lopen naar de prachtige tuin. Tijdens het poseren zwijgen de heren. Voor even dan. Want al snel gaat het door. “Witte gij wa unne poelepetaat is? Die had ik twee. Met de nadruk op had. Met dank aan onze nieuwe buurtbewoner de vos. Bla bla bla.”
Een half uur te laat fiets ik naar mijn volgende afspraak. Overigens wel met een grote glimlach op mijn gezicht…