Storm Ciara is nog maar amper gaan liggen of opvolger Dennis dient zich alweer aan. Boomkweker Bart Rijnen is alert. Zoals hij altijd alert is bij extreem weer. De schade door eerstgenoemde viel gelukkig mee. Maar met dit soort weersinvloeden houdt hij zijn hart vast. “Zomerstormen zijn nog erger, vooral die met enorme hagelbuien. Die slaan verse takken en knoppen helemaal kapot. Met een beetje pech kan ik dan een jaar niets leveren. Nu bleef het gelukkig bespaard tot wat gebroken bamboestokken. Financieel geen ramp, maar het bezorgt me wel weer extra werk.”
Door: Toon Capel
En dat extra werk komt Bart van BoomkwekeRijnen nu niet zo goed uit. Nu half Nederland zich in deze periode terugtrekt in een figuurlijke winterslaap, beleeft Bart (30) zijn hoogseizoen. Bart: “De winter is dé periode om te rooien en te verplanten. Het blad is van de bomen en zolang dat het geval is, kun je bomen veilig rooien. De sapstromen moeten namelijk stilstaan, wat het geval is als een boom geen blad draagt. En zolang het ook niet vriest, kunnen we rooien en zijn we nu dus volle bak aan de gang!”
Opfokbedrijf
Dat rooien doet Bart voor zijn klanten, die voor 90% uit collega-boomkwekers bestaan. Bart is als het ware wat we in de veehouderij een opfokbedrijf noemen. Hij licht toe: “Ik koop bomen in met een hoogte van 60-80 centimeter. En verkoop ze weer als ze een omtrek van ongeveer 10 centimeter hebben. We hebben hier op de zandgronden ideale omstandigheden. 80% van onze gronden is 100% geschikt voor het kweken van bomen. En de overige 20% is misschien wat te nat. Maar er zijn soorten die daar juist weer beter bij gedijen. Zo kunnen we ook een beetje spelen met het assortiment en de natuur.”
‘Rondje Oirschot’
Er staat nu zo’n 7 hectare van de meest uiteenlopende boomsoorten aan de Geeneindseweg in Spoordonk. Het zijn niet echt de gebruikelijke soorten: “De meeste soorten zijn juist wat minder gangbaar dan gebruikelijk. Daar zit een groter ondernemersrisico in, want het kweken van deze soorten vraagt een speciale benadering. Ze zijn moeilijker te kweken en er is meer kans op uitval. Dit vertaalt zich uiteindelijk wel in een hogere verkoopprijs dan de gangbaardere soorten. Om de risico’s wat te spreiden, kiezen we voor veel verschillende soorten en wat kleinere aantallen per soort. Denk dan aan 50 tot 150 stuks per soort. In totaal kweek ik zo’n 350 verschillende soorten bomen. Maar door me juist te richten op deze soorten, onderscheid me wel ik ten opzichte van mijn collega’s. Sterker nog, hierdoor vul ik mijn collega’s juist prima aan. Sommige klanten hoeven eigenlijk maar een ‘rondje Oirschot’ te rijden langs verschillende boomkwekers uit onze gemeente, om met een volle vrachtwagen weer huiswaarts te keren.”, vertelt Bart enthousiast.
In de weg lopen
Zijn carrière als ‘ondernemer’ startte al op vroege leeftijd. Als kind kweekte Bart pompoenen en verkocht deze thuis aan de weg. En hij rolde als jonge jongen al snel in het wereldje der boomkwekers. Met zijn slechts 11 jaar deed hij al klusjes voor Geert van Iersel aan de Spoordonkseweg. “Ruim 10 jaar liep ik daar in de weg”, vertelt Bart lachend. “Om vervolgens tijdens een studie aan de HAS thuis de eerste boompjes te planten. Puur om wat te proberen en van het een kwam het ander.” Hij vertelt verder: “Ik had het geluk dat er thuis voldoende ruimte was om te planten, aangezien we van huis uit een melkveebedrijf met 10 hectare grond hadden. Na het zware motorongeluk van mijn vader in 2000, moest hij noodgedwongen de keuze maken om te stoppen met zijn bedrijf. We hebben er altijd kunnen blijven wonen en dat is nu mijn geluk. In 2011 ben ik officieel gestart met BoomkwekeRijnen. De eerste vijf jaar was het flink aanpoten. Omdat een cyclus vijf jaar duurt, konden we dus pas na die eerste vijf jaar de vruchten ervan plukken. Maar in een dus relatief korte tijd hebben we een mooi bedrijf opgebouwd. Nu ik daarop terugkijk, maakt me dat wel trots eigenlijk, haha!”
Tussen de middag lekker thuis eten
Nu loopt het als een tierelier. Het is zes dagen in de week hard werken. Maar Bart is er echt trots op dat hij, mede met hulp van zijn ouders, het hier op deze plek tot zover geschopt heeft. Bart: “Ik kan het alleen prima draaiende houden. Heb ook geen behoefte aan personeel. Uiteraard heb ik soms wat hulp nodig, maar laat mij lekker met van alles bezig zijn. Lekker buiten zijn, de vrijheid. Tussen de middag gewoon thuis kunnen eten. Ik woon hier heerlijk met mijn Lieke en heb mijn ouders als buren. Wat dat betreft voel ik me bevoorrecht. Groter worden wil ik dan ook niet. Dat betekent personeel en dat betekent meer zorgen en meer binnen zitten. En dat lijkt me juist verschrikkelijk. Misschien over twintig jaar, als ik fysiek zelf wellicht minder kan brengen. Maar dat zien we dan wel weer.”
Duurzaam ondernemen
Binnen zitten past inderdaad niet bij Bart, dat is duidelijk. Dat hoeft ook niet, er is immers werk genoeg buiten. “In de winter zijn we dus vooral bezig met rooien. En zodra de bomen weer ‘tot leven’ komen, laten we die met rust en gaan we verder met alle klusjes die de voorwaarden scheppen voor een nieuw en succesvol rooiseizoen. Denk dan aan snoeien, het rechten van bomen met bamboestokken, het zaaien van groenbemesters op de gronden waarop zojuist gerooid is, het aanvullen van de gaten die de kluiten achterlaten, egaliseren, bemesten, grasmaaien en onkruid bestrijden. Wat we overigens zoveel als mogelijk op een duurzame manier doen. Los van dat ik zelf niet in en met die rommel wil werken, hoef ik door mijn werkwijze gelukkig niet of amper te spuiten met chemische middelen. Duurzaam ondernemen vind ik erg belangrijk!”, benadrukt Bart.
Netwerken betekent nieuwe klanten
Bart’s klanten komen voor 80% uit Nederland, voor ongeveer 10% uit België en de laatste 10% komt uit Duitsland. Op de vraag hoe hij zijn klantenkring opgebouwd heeft, antwoordt hij stellig: “Kwaliteit verkoopt zichzelf, maar ik vind netwerken ook heel belangrijk. Zo sta ik elk jaar met een stand op GrootGroenPlus, een internationale vakbeurs voor de boomkwekerijsector in Zundert. Ik denk dat onze sector één van de weinige is waar een beurs nog echt meerwaarde heeft én klanten oplevert. Ik laat daar mijn product zien, vooral hetgeen wat men nog nooit gezien heeft. Het blijft me ieder jaar weer verrassen dat het me best veel nieuwe klanten oplevert!”
Gebroken enkel
Dat netwerken betaalde zich ook uit, toen er een jaar geleden in een klein hoekje een ongeluk bleek te zitten. Bart: “Tsja, heel dom eigenlijk, maar ik reed met mijn tractor de sloot in en brak mijn enkel. Gelukkig was ik goed verzekerd, maar het werk moest wel door. De schrik zat er even goed in, maar alles lost zich dan toch weer op. Gelukkig kon ik vanuit mijn netwerk ZZP’ers vinden die me een paar maanden op weg geholpen hebben. Maar ook mijn vader heeft me toen ontzettend veel geholpen. Een geluk bij een ongeluk. Overigens, binnen twee weken zat ik zelf alweer op de tractor. Het bloed kruipt toch waar het niet gaan kan hè, haha!”
APO: meer dan leren alleen
Zijn behoefte aan netwerken is ook een van de belangrijkste redenen dat Bart lid is van het APO. Hij licht toe: “Ik ben eigenlijk al best lang lid, destijds zelfs begonnen als jeugdlid. Ik zal eerlijk zijn, ik ben gevraagd om lid te worden. Maar ben wel heel bewust lid geworden. Dat deed ik overigens samen met een paar maten van me, die ook een eigen bedrijf in de agrarische sector hebben. Hoewel onze bedrijven niet te vergelijken zijn, hebben we ons wel aan elkaar op kunnen trekken, ook binnen het APO. Naast onze hechte vriendschap levert dat ook interessante inzichten op. Daar ben ik wel serieus trots op. En het is uiteraard ook erg gezellig, vooral de afsluitende biertjes, haha!” Wat hij overigens lachend vertelt, maar wel zeer serieus meent. Want hij gaat verder: “Eenmaal van school ken je alleen de theorie. En dat is mooi, maar in de praktijk heb je vooral elkaar nodig. Ik proef binnen het APO echt ieders trots voor onze sector en voor het eigen bedrijf. Ieder vindt zijn of haar manier van ondernemen uiteraard de beste, en dat mag ook. Dat respect en die ruimte is er. Maar door naar elkaar te luisteren haal je stiekem meer op dan jezelf zou denken. En het zet je aan het denken. Je leert onbewust verder, wat weer voordelen heeft in je eigen ondernemerschap. Maar bovenal vind ik de gezelligheid heel erg belangrijk. Dat bepaalt voor mij echt de meerwaarde!”